In de opleiding krijgt jouw ervaring in het werkveld een centrale plaats.
In alle opleidingsonderdelen worden theoretische kaders gekoppeld aan de (levens)ervaringen en praktijk van jezelf en de klasgroep. Op deze wijze stimuleren we je om kennis, inzichten, vaardigheden, houdingen te integreren en je leerproces zelf in handen te nemen.
Van bij de start van de opleiding bouw je praktijkervaring op via leerbezoeken, individuele beroepspraktijk (‘stage’) in een organisatie, via projectwerk en uiteindelijk via je afstudeerproject.
Wat jouw ‘stage’ betreft:
- Ofwel werk je al in de sector, waardoor je de theorie kan toetsen aan jouw dagelijkse werkervaring. In dat geval kan je schoolopdrachten uitvoeren binnen je eigen werkcontext. Je werkplek dient dus als praktijkplek.
- Ofwel doe je stage. In HR-support, sociaal-cultureel werk, sociale economie, syndicaal werk, maatschappelijk werk en orthopedagogie gaat het om 800 uur in totaal. In educatief kinderwerker draai je 400 uur mee in het werkveld en in ervaringswerker GGZ 450 uur.
Wat ik het leukste vind aan de hele opleiding is het (dichte) contact met de docenten. Je bent hier helemaal geen nummer, integendeel. Als je aan het einde van de rit een docent van het eerste jaar tegenkomt, kent hij of zij je nog.
Bij het zoeken naar een geschikte praktijkplaats krijg je ondersteuning van je praktijkbegeleider en van de coördinator. Je kunt ook zelf op zoek gaan. Via het Vlaams Steunpunt voor vrijwilligerswerk, www.vrijwilligersjobs.be of via de sociale kaart of de site www.stagepunt.be voor stageplaatsen in de sociale economie, vind je alvast inspiratie.